ARENDS, JAN (1925 - 1974)

back

 

ARENDS, JAN (1925 - 1974)

Vrijgezel op kamers. Verzamelde werk. 2003 {sold-verkocht]

Angst voor de winter. Het leven van Jan Arends. 2003 [sold-verkocht]

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ARENDS, JAN (1925 - 1974)

Vrijgezel op kamers. Verzameld werk.
front1

De Bezige Bij, Amsterdam. 2003. Vierde herziene en uitgebreide druk. Gebonden (harde band). Gekartonneerde band. Met stofomslag. 582 pp. 13½ x 21 x 6 cm. 808 gr. Omslagontwerp Robert Nix. Typografie binnenwerk Adriaan de Jonge. ISBN-10 9023410017. ISBN-13 9789023410010. Samenstelling en bezorging Thijs Wierema en Nico Keuning. Een groot deel van de bibliografische gegevens werd ontleend aan de bibliografie van C.J. Aarts in 'Jan Arends (1925 - 1974)'. Omslagillustratie Philip Mechanius. Met foto auteur op frontispice.

Jan Arends (1925 - 1974) werkte onder meer als schoenmaker, fabrieksarbeider, copywriter en huisknecht. In het tweede deel van zijn leven liet hij zich geregeld opnemen in psychiatrische instellingen en klinieken. Bijna veertig jaar geleden maakte hij een eind aan zijn leven, op de dag dat zijn laatste dichtbundel was verschenen. Zijn kleine maar monumentale oeuvre kent een handvol onsterfelijke regels: 'Wie kan zo mager praten met de taal als ik', 'Ik schrijf gedichten als dunne bomen', en de eerste regel uit 'Keefman': 'Vriend, hoe vaak heb ik je al niet gezegd dat ik mij geheel wil inzetten voor de psychiatrisch gestoorde mens?' Ze zijn kenmerkend voor de uitgebeende, kale stijl die Arends hanteerde in zijn poëzie en in zijn proza, waarin hij telkens op zoek ging naar de grens tussen realiteit en waanzin. Deze uitgave, die tegelijk verscheen met de Arendsbiografie 'Angst voor de winter' van Nico Keuning, is een herziene en uitgebreide editie van het 'Verzameld werk' en bevat een niet eerder gepubliceerd verhaal, een bedrijf van een toneelstuk en vijfentwintig nieuwe gedichten.

'Keefman' is een boek zoals er maar weinig geschreven werden, en voor een heel oeuvre met het niveau van het titelverhaal of een verhaal als 'Vrijgezel op kamers' zou ik de Nobelprijs geen overdreven beloning vinden. - Rudy Kousbroek.
Een boek met haast uitsluitend verhalen over mensen die, aan de onderliggende kant, bij de psychiatrische wereld betrokken zijn, van enthousiaste gekken tot zenuwachtige malloten, die zich - uiteraard - allemaal slachtoffes voelen van de tegen hen samenzwerende buitenwereld. - Gerrit Komrij.

Jan Arends werd in Den Haag geboren als onwettig kind van het twintigjarige katholieke weesmeisje Gerardina Elisabeth Arends. Zijn moeder trouwde twee jaar na zijn geboorte met de tien jaar oudere Frans Barend Arendsen. Vermoedelijk was Arendsen de biologische vader van Jan Arends. Uit het huwelijk werden nog twee kinderen geboren. In zijn jeugd heeft hij vijf jaar lang op een vrije school gezeten waar volgens de antroposofische leer van Rudolf Steiner onderwezen werd. Jan Arends viel uit de toon tussen de overwegend uit de hogere kringen afkomstige medeleerlingen en werd door hen gepest. De moeder van Jan Arends leed in ernstige mate aan reuma waardoor ze niet langer voor haar kinderen kon zorgen. Jan Arends werd tot zijn achttiende ondergebracht in het rooms-katholieke jongensinternaat van de Kruisvaarders van Sint-Jan te Rijswijk. Halverwege de Tweede Wereldoorlog moest hij dit internaat waar hij tot schoenmaker opgeleid was, verlaten.
Na deze onfortuinlijke start werd de rest van zijn leven bepaald door de omstandigheden die kenmerkend waren voor de jaren veertig en vijftig en het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. Jan Arends heeft een klein oeuvre van verhalen en gedichten nagelaten. Het werk van Jan Arends bevat veel autobiografische elementen en geven een kritische visie op de maatschappij vanuit een persoonlijk perspectief. Zijn leven en zijn literaire werk zijn sterk met elkaar vervlochten.
De verhalen beschrijven het dagelijkse bestaan van een alleenstaande man met een lage sociale status in de door de oorlog ontwrichte Nederlandse samenleving. De overheid stimuleerde emigratie, werkte aan de wederopbouw en spande zich in om de woningnood te bestrijden. Nederland werd in de eerste jaren na de oorlog als een van de armste landen binnen Europa beschouwd.
Jan Arends heeft na zijn verblijf in het internaat veel verschillende baantjes gehad, waaronder ijscoventer, broodbezorger, portier in een hotel en fabrieksarbeider. Het is bekend dat hij zelfs zijn geluk beproefd heeft in Zweden. Een enkele keer werkte hij als schoenmaker. In de jaren vijftig en zestig vertaalde hij boeken van Georges Simenon naar het Nederlands. Hij is gedurende een langere periode copywriter voor een reclamebureau geweest. Hij werkte na verloop van tijd opmerkelijk vaak als huisknecht: volgens de overlevering rond de honderd keer maar dat lijkt onwaarschijnlijk.
Tussen de verschillende dienstbetrekkingen door verbleef Jan Arends regelmatig in psychiatrische inrichtingen. Hij is opgenomen geweest in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam, Beileroord in Beilen, de Valeriuskliniek in Amsterdam, Dennenoord in Zuidlaren, een alcoholistenkliniek in Haarlem en het Willem Arntszhuis in Utrecht. Volgens sommigen was Jan Arends minder gek dan hij zich voordeed en kwam een opname in een psychiatrisch ziekenhuis hem soms goed uit in een tijd dat de sociale voorzieningen voornamelijk uit verschillende vormen van liefdadigheid bestonden.
Over het leven van Jan Arends is weinig bekend omdat hij slechts weinig en meestal relatief kortdurende wisselende sociale contacten had. Omdat zijn literaire werk sterk autobiografische trekken vertoont is zijn literaire werk de belangrijkste en mogelijk de meest betrouwbare bron van informatie over zijn leven.
De moeilijke relaties met bazinnen en hospita's, de vernederende behandelingen door psychiaters, rechters en andere ambtsdragers, de moeizame en onaangename kanten van de intermenselijke relaties in het algemeen en de wanhoop en beklemming zijn thema's waarmee al zijn werk doorspekt is.
Er is veel gespeculeerd over de reden waarom hij zo vaak een betrekking als huisknecht zocht. Algemeen wordt aangenomen dat Arends deze betrekkingen koos uit een vermeende masochistische behoefte. Een betrekking als huisknecht had in de periode van de wederopbouw, met een hoge woningnood, als voordeel dat een huisknecht vaak inwonend was. Na de opname in een inrichting of het opzeggen van een dienstbetrekking leverde een nieuwe betrekking als huisknecht tevens een nieuw onderkomen op. Mogelijk heeft dit voordeel samen met zijn neiging tot frequent verkassen, zijn voorkeur voor het werk van huisknecht versterkt.
Er is, naast de beschrijvingen die Arends zelf geeft, weinig bekend over de behandelingen die hij heeft moeten ondergaan in de zorginstellingen waar hij verbleef. De medische dossiers die informatie over zijn behandeling bevatten vallen onder het medisch beroepsgeheim. Als er nog dossiers over de behandelingen van Jan Arends bewaard gebleven zijn zullen ze voor onderzoekers buiten de geneeskunde waarschijnlijk ontoegankelijk blijven.
In januari 1944 heeft Jan Arends een eerste gedicht in een illegaal krantje gepubliceerd. Vanaf 1949 publiceerde hij in verschillende tijdschriften zo nu en dan gedichten. Zijn eerste dichtbundel Gedichten werd in 1965 door De Bezige Bij uitgebracht. Arends debuteerde als verhalenschrijver in 1955 in het blad Maatstaf met het verhaal Lente/Herfst. Het heeft echter tot de publicatie van de verhalenbundel Keefman in 1972 geduurd tot hij in brede kring als serieus literair schrijver en dichter erkend en ontdekt is. Voor 1970 was de maatschappelijke weerstand tegen erkenning van mensen als Jan Arends als serieus schrijver en dichter mogelijk te groot. Om de erkenning als serieus schrijver mogelijk te maken hebben de maatschappelijke veranderingen tijdens de jaren zestig en de opkomst van de antipsychiatrie in Nederland deze weerstand waarschijnlijk voldoende gereduceerd.
Jan Arends heeft nog geen twee jaar als schrijver en dichter de aandacht van een breed lezerspubliek getrokken en in de publiciteit gestaan. Op 21 januari 1974, de dag waarop zijn gedichtenbundel Lunchpauzegedichten verschijnt, pleegt hij zelfmoord door uit het raam van zijn woning op de vijfde etage van een flat in Amsterdam te springen. Na deze gebeurtenis verscheen in 1974 zijn verhalenbundel Ik had een strohoed en een wandelstok en die nog door hemzelf samengesteld is. Uit zijn nalatenschap werd door Remco Campert de dichtbundel Nagelaten gedichten samengesteld die in 1975 verscheen. In 1983 verschijnt het Verzameld werk met daarin een aantal niet eerder gepubliceerde gedichten.
Zijn werk heeft tot in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw bij een breder publiek in de belangstelling gestaan. Jan Arends wordt door sommigen beschouwd als een enfant terrible van de literaire wereld of een cultfiguur maar door anderen wordt hij gezien als een held van de tegencultuur en van de antipsychiatrie.

Arends werd in 1972 op slag beroemd door de verhalenbundel Keefman, een onbarmhartige beschrijving van het leven van een man die voortdurend botst met de buitenwereld en behandelende psychiaters in de vorm van een aantal brieven aan een "VRIEND". In zekere zin was dit een potsierlijke beschrijving van zijn eigen leven; zeker zeven jaren bracht hij door in klinieken wegens zijn onrustige geest en zijn alcoholverslaving.
Die onrustige geest openbaarde zich vaak in querulanten-gedrag. Arends voelde zich door collega-schrijvers niet serieus genomen en liet dat steeds vaker op hoge toon merken. Ooit liet hij zich ontvallen dat hij eigenlijk recht had op de Nobelprijs. Zijn opstelling maakte hem tot een markante figuur in de literaire wereld. Dit imago werd nog eens versterkt door de openhartige wijze waarop hij verslag deed van zijn belevenissen als huisknecht voor welgestelde dames (door Arends als 'wijven' aangeduid). Hij putte er volgens sommigen seksuele voldoening uit om door deze 'wijven' te worden gecommandeerd. Wanneer zijn werkgeefster na verloop van tijd medelijden voor Arends ging opvatten, nam hij ontslag.
Bij nadere beschouwing kunnen de nodige vraagtekens en kanttekeningen geplaatst worden bij deze lezing. Arends werd door een aantal collega-schrijvers wel degelijk serieus genomen. Rudy Kousbroek verklaart onder andere op de achterflap van het Verzameld werk: "'Keefman' is een boek zoals er maar weinig geschreven worden en voor een heel oeuvre met het niveau van het titelverhaal of een verhaal als 'Vrijgezel op kamers' zou ik de Nobelprijs geen overdreven beloning vinden." In de inleidende bijdrage "Je denkt toch niet dat ik gek ben?" bij het "Verzameld werk" wordt onder meer vermeld dat Dick van de Pol vrijwel direct na het verschijnen van Keefman verslag doet in Vrij Nederland van een gesprek dat hij met Jan Arends had op Paviljoen III van het Wilhelmina Gasthuis. Daarnaast hadden onder meer Adriaan van der Veen, Alfred Kossmann en Remco Campert hun blijk van waardering voor het werk van Jan Arends gegeven. Henk Hofland heeft in de Haagse Post van 2 maart 1974 alleen verklaard: "Bij nader inzien heb ik van Jan Arends, toen hij nog leefde, nooit iets begrepen".
Op de dag dat zijn nieuwe bundel Lunchpauzegedichten verscheen, maakte hij om acht uur 's avonds een dodelijke sprong uit het aan de binnentuin gelegen raam van zijn Amsterdamse flat op de vijfde etage aan het Roelof Hartplein. Hij schreef eerder in een gedicht de zin "Teplettervallen is een goede dood" wat door sommigen gezien wordt als een aanwijzing dat hij deze zelfmoord gepland had. Er is reden om te twijfelen aan de populaire opvatting dat Jan Arends weloverwogen en opzettelijk op deze manier een eind aan zijn leven gemaakt zou hebben. In het gedicht met de aangehaalde regel staat deze regel herhaald waarin "Teplettervallen" vervangen is door "Kanker", "Verdrinken", "Zelfmoord" en "Elke dood". Daaronder staan een aantal regels die over "een slechte dood" gaan. De dood en het sterven komt in het werk van Jan Arends in veel verhalen en in talloze variaties voor. Als Jan Arends op een andere manier aan zijn eind gekomen was, was daarover waarschijnlijk ook een regel in zijn werk te vinden geweest.
Voor zijn kleine oeuvre zou hij in 1973 de Multatuliprijs krijgen. Toen Arends het raam uitsprong, was het juryrapport nog niet gereed. Aangezien het doel van de prijs was 'het stimuleren van de scheppende kunst' , zag men af van een postume uitreiking.
Het leven en het werk van Jan Arends blijft kunstenaars, onderzoekers en het publiek om uiteenlopende redenen bezighouden. In 1997 maakte Jelle Nesna een docudrama van 50 minuten over het leven en werk van Arends, waarbij hij delen van zijn leven liet vertolken door acteurs. De rol van Arends werd hierin gestalte gegeven door Jeroen Willems. De film werd uitgezonden door de NPS en VPRO in het kader van Het uur van de wolf. In 2003 verscheen de biografie Angst voor de winter van Nico Keuning.
Een gedicht van Jan Arends (Ik / schrijf gedichten / als dunne bomen) staat geschilderd op een muur in Leiden, als onderdeel van het project Muurgedichten.

Zeer fraai exemplaar. In nieuwstaat.

Booknumber: 676

VERKOCHT!    SOLD!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ARENDS, JAN (1925 - 1974)

Angst voor de winter. Het leven van Jan Arends.
front1

De Bezige Bij, Amsterdam. 2003. Eerste druk. Gebonden (harde band). Zwart linnen band. Met stofomslag. 368 pp. 13½ x 21 x 4 cm. 600 gr. Omslagontwerp Robert Nix. Zetwerk Peter Verwey. ISBN-10 9023410106. ISBN-13 9789023410102. Omslagillustratie Philip Mechanius. Met foto auteur op frontispice. Foto auteur Serge Ligtenberg.

Jan Arends groeide als bastaardkind op in een eenvoudig milieu. Hij verliet de lagere school als halve analfabeet, werkte als schoenmaker, copywriter en als huisknecht bij 'ordinaire wijven' - zoals hij zelf zei - uit gefortuneerde kringen. Hoewel Arends soms veel geld verdiende in de reclame, verbleef hij het liefst aan de zelfkant van het bestaan. Tijdens zijn leven trok hij een chaotisch spoor langs talloze adressen en psychiatrische instellingen.
De erkenning waar hij zijn hele leven lang naar op zoek was vond hij gedeeltelijk in de lovende kritieken die hem ten deel vielen voor zijn kale, markante gedichten en zijn proza. Keefman wordt nog steeds beschouwd als een van de meest indringende portretten van een door geestesziekte geplaagd individu die de strijd aangaat met de psychiatrische wetenschap.
Met veel inlevingsvermogen beschrijft biograaf Nico Keuning het onnavolgbare chaotische leven van Jan Arends, waarin hij de 'open plekken' in diens bestaan op meeslepende wijze heeft gefictionaliseerd. De lezer wordt meegevoerd naar de miezerige winteravond van 21 januari 1974, toen Arends met een sprong uit zijn Amsterdamse flat een einde maakte aan zijn leven - op de dag dat zijn nieuwe dichtbundel Lunchpauzegedichten van de drukker was gekomen.

Niemand kon zo mager praten met de taal als Jan Arends. Bundels als Keefman en Lunchpauzegedichten staan nog steeds hoog aangeschreven in de Nederlandse literatuur. In 2003 verscheen van deze dichter, schrijver, psychiatrisch patiënt en huisknecht de biografie Angst voor de winter, van neerlandicus Nico Keuning. Elf jaar later zijn er opmerkelijke nieuwe feiten aan het licht gekomen een onthullende brief, de ontdekking van het complete toneelstuk Smeer of de weldoener des vaderlands, de kennismaking met een mysterieuze vriendin die een herziene uitgave rechtvaardigen.

Keuning geeft met deze biografie veelzijdige informatie over het tragische leven van de dichter en schrijver Jan Arends, bekend van de verhalenbundel Keefman. Vooral aan de hand van wat familie, vrienden en collega-schrijvers vertellen laat hij zien hoe de door een geestesziekte getekende dichter op een volkomen onaangepaste wijze door het leven zwierf, tot hij door zelfdoding daar een einde aan maakte. Daarnaast schetst hij hoe de getourmenteerde dichter een uitzichtloze strijd streed tegen zijn aanleg en aard, waarbij hij de rol van de psychiaters telkens weer als een vernederende en vernietigende inmenging in zijn leven ervoer en in zijn werken karakteriseerde. Wat de inhoud en vorm van het dichterschap betreft geeft de biograaf veel bijzonderheden over het literaire werk van Arends in samenhang met persoonlijkheid en leven, maar hij laat de wezenlijke waarde ervan te zeer in de marge, zodat een grondig totaalbeeld zich moeilijk manifesteert. Ondanks dat maakt de lezer toch kennis met een zeer aangrijpend levensverhaal. Gebonden, met enkele illustraties; kleine druk. Onlangs verscheen ook een heruitgave van het verzameld werk: Vrijgezel op kamers. - Drs. J.G. Heymans

Zeer fraai exemplaar. In nieuwstaat.

Booknumber: 685

VERKOCHT!    SOLD!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------