JOYCE, JAMES (1882 - 1941)

back

 

JOYCE, JAMES (1882 - 1941)

Finnegans Wake. Tweetalige uitgave, 2002 [sold-verkocht]

Ulysses, 1998 (4de druk) [sold-verkocht]

Dubliners, 1997 (7de herziene druk) [sold-verkocht]

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOYCE, JAMES (1882 - 1941)

Finnegans Wake. Tweetalige uitgave.
front1

Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam. 2002. Eerste druk. Gebonden (harde band). Zwart linnen band met goudopdruk op rug (in cassette). Met stofomslag. Met rood leeslint. 657 pp. 17½ x 25½ x 6¾ cm. 2096 gr. Stofomslag en cassette Jacques Janssen. ISBN-10 9025322794. ISBN-13 9789025322793. Oorspronkelijke titel 'Finnegans Wake' (1939). Eerste Nederlandse vertaling door Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes. Gebruikte uitgave Faber & Faber, derde druk (met de auteurscorrecties), 1964, reprint 1971. Grote Bellettrie Serie (Gouden Reeks). Verzorging binnenwerk Maatschappij Platform. Illustraties cassette: - Augustus Edwin John, Portret van James Joyce; - César Abin, Karikatuur van Joyce.

De magistrale literaire trip, vertaald door Bindervoet & Henkes. Als één boek geldt als onvertaalbaar dan is het wel Finnegans Wake, het laatste grote werk van James Joyce. Erik Bindervoet en Robbert-Jan Herkes sloten zich jarenlang op en volbrachten het onmogelijke: een overzetting die Finnegans Wake niet alleen naar de letter maar ook naar de geest recht doet. Voor wie deze adembenemende ontdekkingsreis door Joyce' taallabyrint op de voet wil volgen is parallel het origineel opgenomen. Dromen en lezen zullen nooit meer hetzelfde zijn. Finnegans Wake houdt zich op tussen slapen en waken, in een bewustzijnsstoestand waarin de hele wereld, en vooral alle taal van de wereld samenkomt. Mythen, volksverhalen, losse anekdotes, liedjes, maar ook reclameslogans, wetenschappelijke formules, woordenreeksen, krantenfrasen, alledaagse conversatie zijn de grondstof voor een hallucinerende verkenning van de werking van de menselijke geest in droomtoestand. De taal heeft daarom een onnavolgbare hoofdrol: klanken, betekenissen raken in elkaar verstrikt, gaan met elkaar op de loop, en trekken de lezer een wereld binnen die tegelijk vreemden vertrouwd is.
Joyce werkte zeventien jaar aan Finnegans Wake. Aanvankelijk heette het manuscript "Work in Progress", een titel die uitdrukt hoe voor Joyce het schrijven aan dit werk een voortdurend onderzoek was. Niet alleen naar de diepten en verborgen hoeken van de geest, maar ook naar de fundamenten van onze cultuur en naar de kracht van symbolen en mythen.
Nooit eerder verscheen Finnegans Wake in een Nederlandse uitgave. Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes brachten het Engels van Joyce over naar het Nederlands, waarbij aan zoveel mogelijk idiomatische eigenaardigheden van het origineel recht werd gedaan. Hoe ze daarbij te werk gingen is van woord tot woord te volgen in de parallelweergave van het Engels, dat voor deze uitgave geheel opnieuw werd gezet, precies volgens de oorspronkelijke regel- en pagina-indeling. Een aantal tekstvarianten met bronvermelding completeert deze monumentale uitgave.
"Hiep hype hoerara! Eindelijk is Finnegan wakker geworden in het Nederlands. Het onleesbaarste meesterwerk van de twintigste eeuw is vertaald, en dat is een hoeraatje waard. Want behalve als onleesbaar geldt Finnegans Wake ook als onvertaalbaar: een duister monument van verbale acrobatiek, verwoestende humor en taalmuziek." - NRC Handelsblad.
"De vertalers verdienen een ovatie" - Vrij Nederland.
Toen James Joyce in 1920 in Parijs arriveerde, vond hij in de opkomende avant-gardebeweging een unieke voedingsbodem voor zijn volgende boek, dat de tegenhanger van 'Ulysses' moest worden. Zoals 'Ulysses' het boek is van een dag, werd 'Finnegans Wake' het boek van een nacht: de droom van een kastelein in Dublin (HCE=Humphrey Chimpden Earwicker), waar Joyce meteen de geschiedenis van Ierland (HCE=Howth Castle & Environs) en van de hele mensheid (HCE=Here Comes Everybody) mee verweeft. De taal is een droomtaal, waarin het Engels nog als 'grondtoon' aanwezig is, maar waarin ook elementen uit tientallen andere talen opduiken. In deze eerste, prachtig uitgegeven en inventieve 'vernederlandsing' (de kleinzoon van Joyce maakte bezwaar tegen de term 'vertaling' en eiste dat ook de oorspronkelijk tekst werd opgenomen), waaraan zeven jaar is gewerkt, is Nederlands de grondtoon, maar het verhaal is nog even ontoegankelijk als altijd. Hardop lezen verschaft enig plezier vanwege het ritme en de muziek in Joyce's droomtaal, maar alleen stugge doorzetters zullen zich door dit 'monument van taal' weten heen te worstelen. - Willem Verhulst.
Having exhausted all the possibilities of English in "Ulysses," he had only one recourse for his next project, which was to create an entirely new language as a pastiche of all the existing ones; the result is "Finnegans Wake." The language in "Finnegans Wake" is a continuum of puns, portmanteaus, disfigured words, anagrams, and rare scraps of straightforward prose. What Joyce does is exploit the way words look and sound in order to associate them with remote, unrelated ideas. For example, his phrase "Olives, beets, kimmells, dollies" may sound familiar to those who happen to know that the first four letters of the Hebrew alphabet are aleph, bet, gimel, daled. "Psing a psalm of psexpeans, apocryphul of rhyme" recalls a nursery rhyme that may reside quietly in your most dormant memory cells, while "Where it is nobler in the main to supper than the boys and errors of outrager's virtue" sounds like a drunk auditioning for the role of Hamlet. Imaginary adjectives that pertain to letters of the English alphabet are employed to describe Dublin as a city "with a deltic origin and a nuinous end." "Finnegans Wake" is the ultimate in esoterica, and what you get out of it depends largely on your store of knowledge, so that upon completion, with a mutual wink at Joyce, you congratulate yourself for being so clever. In 1994, in The Western Canon, Harold Bloom wrote of Finnegans Wake: "[if] aesthetic merit were ever again to center the canon [it] would be as close as our chaos could come to the heights of Shakespeare and Dante,".
"Purely in terms of literary technique, Finnegans Wake is probably the most astonishing - and controversial - book ever written. Completed in 1939 after seventeen years of labor, it was received with a mix of reactions ranging from bafflement to delight to open hostility. Many critics initially dismissed it as a waste of paper, a tangled web of nonsense and gibberish without plot, without content, without meaning. More than a few even questioned Joyce's very sanity! And yet, today, whole careers have been dedicated to studying Finnegans Wake, and its many adherents past and present approach it with something close to awe. If our society should go to smash tomorrow (which, as Joyce implies, it may) one could find all the pieces, together with the forces that broke them, in Finnegans Wake. The book is a kind of terminal moraine in which lie buried all the myths, programmes, slogans, hopes, prayers, tools, educational theories, and theological bric-a-brac of the past millennium. And here, too, we will find the love that reanimates this debris . . . Through notes that finally become tuneable to our ears, we hear James Joyce uttering his resilient, all-enjoying, all-animating 'Yes', the Yes of things to come, a Yes from beyond every zone of disillusionment, such as few have had the heart to utter." Joseph Campbell.
Joyce's biographer Richard Ellman observed, "In his earlier books Joyce forced modern literature to accept new styles, new subject matter, new kinds of plot and characterization. In his last book he forced it to accept a new area of being and a new language. What is ultimately most impressive is the sureness with which, in the midst of such technical accomplishments, he achieved his special mixture of attachment and detachment, of gaiety and lugubriousness. He was no saturnine artificer contriving devices, but one of life's celebrants, in bad circumstances cracking good jokes, foisting upon ennuis and miseries his comic vision."
Joyce's last and most revolutionary novel, Finnegans Wake was begun in 1922, with individual sections published as Work in Progress during the seventeen years of its composition. "Written in a dense, richly textured, and allusive style, whose punning, fragmentary quality mirrors the free-associating nature of the dreaming mind, the book is perhaps the definitive and most extreme work of literary Modernism. At once simple and complex, its narrative, which takes place in a single night but also incorporates the whole of human history, describes the relationships between Humphrey Chimpden Earwiker, an Everyman (H.C.E. translates as 'Here Comes Everybody') who is also Adam, his wife, Anna Livia Plurabelle, who is Eve and also the River Liffey, their daughter Iseult/Isobel, and their twin sons, Shem and Shaun, who are also Cain and Abel.The work is divided into four sections, corresponding, amongst other things, to the four seasons of the year and the Four Ages of Man, and offers a kind of guided tour around the 'museyroom' of the past, as well as a condensed history of language itself" (The Oxford Companion to Twentieth-Century Literature in English).
"If Finnegans Wake is a key book, it is a key which needs a key. The 'Wake' reminds me of the unfinished obelisk which lies on its side at Assuan, yet it has passages of unearthly beauty and huge comic scenes. Joyce insisted that each word, each sentence had several meanings and that the 'idéal lecteur' should devote his life-time to it, like the Koran" (Connolly, The Modern Movement, 87).

Zeer fraai exemplaar. In nieuwstaat.

Booknumber: 12549

VERKOCHT!    SOLD!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOYCE, JAMES (1882 - 1941)

Ulysses
front1

De Bezige Bij, Amsterdam. 1998. Vierde druk. Gebonden (harde band). Gekartonneerde band met stofomslag. 859 pp. 13½ x 20½ x 5½ cm. 978 gr. Omslagontwerp Studio Jan de Boer /Robert Nix. ISBN-10 9023408624. ISBN-13 9789023408628. Oorspronkelijke titel 'Ulysses' (1922). Vertaling Paul Claes en Mon Nys. Zeer fraai exemplaar. Als nieuw.

Booknumber: 12550

VERKOCHT!    SOLD!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOYCE, JAMES (1882 - 1941)

Dubliners
front1

Van Gennep, Amsterdam. 1997. Zevende herziene druk. Gebonden (harde band). Rood linnen band met vergulde titelopdruk op rug. Met stofomslag. 239 pp. 13½ x 20¾ x 2¾ cm. 398 gr. ISBN-10 9055151602. ISBN-13 9789055151608. Oorspronkelijke titel 'Dubliners'. Vertaald door Rein Bloem. Foto auteur op achterste binnenflap C.F. Curran. Boekverzorging Hannie Pijnappels, Amsterdam.

Dubliners is een uit vijftien verhalen bestaande bundel die Joyce tussen 1903 en 1906 schreef en die na veel drukkersleed pas in 1914 werd uitgegeven. T.S. Eliot zei erover: 'Van de werken van Joyce leze men als eerste Dubliners. Het is de enige mogelijkheid om het werk vaneen van de belangrijkste auteurs van de hele Europese literatuur te begrijpen.'

Met zijn later boeken verwierf Joyce de repoutatie, ontoegankelijk te zijn, maar aan de hand van Dubliners is het niet moeilijk een weg te vinden door een wereld die in de literatuur van de twintigste eeuw zijn weerga niet kent. Joyce's economische taalgebruik en de trefzekerheid waarmee hij de essentie van een situatie weergeeft, zijn indrukwekkend.

Men zou deze verhalen flarden van mensenlevens kunnen noemen. Twee thema's waar Joyce zich hier voor de eerste keer mee bezighoudt, zijn de 'epifanie', het heldere moment dat zijn figuren én de lezer inzicht geeft in hun bestaan, en de 'paralyse' waaraan Dublin omstreeks 1900 aan lijdt. De aanzetten van de monologue intérieur, waarmee Joyce beroemd zou worden, zijn hier al merkbaar, het duidelijkst in het verhaal De doden dat als een van de opmerkelijkste verhalen van deze eeuw moet worden beschouwd.

'Dubliners zijn het meest hopeloze, nutteloze en onsamenhangende ras van charlatans dat ik ooit ben tegengekomen, op het eiland of op het vasteland,' zie James Joyce over Dubliners. Zijn beroemde verhalenbundel toont al het onbetwiste meesterschap van de Ierse schrijver, dat zijn hoogtepunt zou bereiken in Finnegans Wake, maar is veel toegankelijker dan dat laatste boek.Wat nu geldt als het bewonderenswaardige debuut van een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw, werd ooit beschouwd als een controversieel en gevaarlijk boek. Het duurde zeven jaar voordat een uitgever het aandurfde Dubliners te publiceren.Waarschijnlijk schrokken zij terug voor het rauwe realisme waarmee Joyce het alledaagse leven in Dublin beschrijft. Hij wilde naar eigen zeggen een boek schrijven over de morele geschiedenis van zijn land, en koos daarvoor de stad Dublin omdat die hem 'het centrum van de verlamming' leek. In vijftien verhalen schetst de schrijver een indrukwekkend en compromisloos beeld van echte, arme mensen en hun dagelijkse beslommeringen. Het boek toont Dublin en Ierland zoals zij werkelijk waren.

Bundel met vijftien verhalen waarin de hoofdpersonen op een of andere manier ten prooi vallen aan 'paralyse': letterlijk een (geestelijke) verlamming die hun leven hopeloos frustreert en die veroorzaakt lijkt te worden door de sociale en religieuze mores van de Ierse samenleving in het Dublin van rond de eeuwwisseling. Drie verhalen hebben kinderen als hoofdpersoon, vier gaan over adolescenten, vier over volwassenen en drie over het 'openbare leven' (politiek, kunst en godsdienst). Slechts bij Gabriel Conroy, de hoofdpersoon in het laatste verhaal, 'De Doden', breekt enig inzicht door in de Ierse 'condition humaine', waardoor in het melancholieke slot toch een vage toon van hoop doorklinkt. In deze herziene vertaling zijn op ruim vijfhonderd plaatsen kleine wijzigingen en verbeteringen aangebracht, waardoor tenminste de dialogen een wat minder houterige indruk maken. Bij vergelijking met de Engelse tekst moet echter -helaas- worden geconstateerd dat deze vertaling, het pretentieuze nawoord van de vertaler ten spijt, nog steeds ruim zeventig (!) vertaal- en drukfouten bevat. Vervanging wordt wel aangeraden, maar het blijft jammer dat de vertaler de hem geboden kans niet beter heeft benut. Kleine druk. (Biblion recensie, W. van de Giessen.)

Zeer fraai exemplaar. Als nieuw.

Booknumber: 12551

VERKOCHT!    SOLD!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------