QOSJA, REXHEP (1936)

back

 

QOSJA, REXHEP (1936)

Die ogen en de dood, 1997.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

QOSJA, REXHEP (1936)

Die ogen en de dood
front1

Van Gennep-Novib-Ncos Uitgeverij, Amsterdam. 1997. Eerste druk. Paperback. Papieren band. 350 pp. 12½ x 20 x 3 cm. 414 gr. Met een nawoord van Ismail Kadare. Oorspronkelijke titel Vdekja më vjen prej syve të tillë, 1986. Uit het Albanees vertaald door Roel Schuyt. Boekverzorging Hannie Pijnappels. Illustratie omslag Othon Friesz, Portret van Fernand Fleuret (detail), 1907. ISBN-10 90 5515 506 3. ISBN-13 978 90 5515 506 4.

Xhezair Gjika is schrijver en maakt deel uit van het 'verboden volk', de Albanese gemeenschap van Kosovo in ex-Joegoslavië. De bewoners van Vajazan vormen een kleurrijke wereld van handwerkslieden, dichters en prostituees, die om te kunnen overleven tot lafaards en verklikkers verworden.

De Servische politie treedt bij de minste verdenking meedogenloos op en maakt de mensen machteloos. Ook Gjika wordt gearresteerd en dagenlang verhoord - verraden door zijn geliefde Rudina.

Rexhep Qosja beschrijft zijn personages met scherpe ironie, maar zelfs de wrede Danjoll Sherka behoudt een menselijk gezicht. De sfeer is doortrokken van een kafkaiaanse beklemming en angst. Van begin tot eind klinkt een bittere lach, die evengoed als een klacht zou kunnen worden opgevat. In het licht van de recente geschiedenis van voormalig Joegoslavië krijgt het boek, dat in 1974 verscheen, een bijna visionaire dimensie.

Gosja (1936) is een Albanese schrijver uit het Kosovo-gebied in voormalig Joegoslavië. Dankzij de introductie van Ismail Kadare krijgen de Albanezen buiten Albanië nu ook aandacht. 'Een verboden volk' noemt Kadare ze. Gosja beschrijft een 'verboden schrijver'. Xhezair Gjika komt in aanraking met de staat en de politie wegens het schrijven van het verhaal 'De toverkamer' (= de folterkamer). Hij komt terug uit de gevangenis in een sfeer van angst, dubbelzinnigheid en terreur. Zijn vrouw verlaat hem, sommige vrienden adviseren hem een ander beroep te zoeken. Hij blijft schrijven. Na zijn dood wordt hij beroemd. Nergens worden de Serviërs expliciet genoemd. Het is meer de sfeer van de totalitaire onderdrukking van de individuele ontplooiing in het algemeen. De bijbelse verwijzing naar Job's eenzame strijd typeert de beklemmende beelden van deze roman. Dit is geen gemakkelijk verhaal; het is een strijdschrift tegen de onderdrukking. (Biblion recensie, Dr E. Agoston-Nikolova.)

Zeer fraai exemplaar. In nieuwstaat.

Booknumber: 22585

€ 3,50Buy Now!

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------